(bosb.) is de mate, waarin een boomstam vrij is van takken. Ze vertoont bij dezelfde boomsoort vaak grote individuele verschillen en schijnt een erfelijke eigenschap te zijn.
Bij de selectie wordt daarom ook aan deze eigenschap alle aandacht geschonken. De t. der stammen, die van groot belang is voor het verkrijgen van knoestvrij zaaghout, wordt in de moderne bosb. kunstmatig bevorderd door opsnoeien (z. Stamreiniging).