is een grote, houten eg met korte ijzeren, verticaal staande tanden, die door de balk heen steken, zodat de s. aan weerszijden kan worden gebruikt. Ze wordt in het voorjaar gebruikt voor het klaarmaken van vlas- en bietenland.
Doordat de tanden kort zijn, loopt de losgeëgde grond over de balk heen en heeft, naast het loseggen, ook een slepende werking plaats.