De meeste houtgewassen vormen veel meer zijknoppen dan er (later) uitlopen. Een groot deel van de normale, d.w.z. in de bladoksels aangelegde, knoppen blijft klein en sterft na verloop van tijd af.
Gewoonlijk blijven zij echter lange tijd levensvatbaar; zij doen dienst als reserveknoppen en spelen bij de regeneratie na verminking (hetzij door natuurlijke oorzaken, hetzij door snoei) een belangrijke rol. Bij sommige boomsoorten, b.v. eik en beuk kunnen de s.k. zeer lang, ca I00 jaar, in leven blijven. De spruiten, die zich aan oude stammen en stompen ontwikkelen, ontstaan gewoonlijk uit s.k. Dan zijn het dus geen adventiefspruiten.