van hout is de maximum weerstand, die het biedt tegen uitwendige krachten, welke spanningen in het hout veroorzaken, die verschuivingen en, als ze groot genoeg zijn, glij breuken tot gevolg hebben. De meeste weerstand heeft het hout tegen schuifspanningen loodrecht op de vezel en wel 3 tot 4 maal zo veel als in vezelrichting.
De laatste zijn van bijzondere betekenis bij houtverbindingen, de eerstgenoemde komen in de praktijk slechts weinig voor (b.v. bij houten pennen, laddersporten, stelen van werktuigen).