is het restproduct dat achterblijft na de chem. behandeling van vetrijke zaden. Door oplosmiddelen als benzine, zwavelkoolstof e.d. wordt het vet verwijderd voor voedings- dan wel technische doeleinden.
Na deze extractie blijft minder vet achter dan na persen of wringen; daardoor is de zetmeelwaarde van s. lager dan van koeken of schilfers; het eiwitgehalte is hoger. Heeft het vet een nadelige invloed op het eindproduct (sojavet op bacon), dan prefereert men s. Is de werking gunstig (cocosvet op melkvetgehalte) dan wordt de voorkeur gegeven aan koek of schilfers.