1. Een groef of een keep in het maaiveld maken om daarmee een maat- of begrenzing in het terrein aan te geven.
Het is meestal een met de schop gestoken geultje.2. (bosb.) Het merken van bomen in een opstand met een boomritser.
3. Ook het maken van diepe krassen bij harde zaden om de kieming te bevorderen.