Hiertoe worden gerekend: de das, de steenmarter, de boommarter, de otter (behoudens in enkele gemeenten, waar de otter i.v.m. de visserij lot het schadelijk gedierte is gerekend) en de zeehond (behoudens in N.Brab., Z. Holl. en Zeel., waar deze tot het schadelijk gedierte is gerekend).
Alleen de zeehond is gedurende een bepaalde periode bejaagbaar. Het andere p. is gedurende het gehele jaar beschermd.