Men zoekt hierbij een aantal goede planten en beoordeelt deze aan de nakomelingschap, evenals bij stamselectie. Alen gaat nu echter niet door op de beste van deze nakomelingschappen, maar grijpt terug op die ouderplanten, welke volgens het onderzoek een goede nakomelingschap hebben gegeven.
Voorwaarcle hiervoor is, dat de ouderplanten in leven kunnen blijven tot na het beproeven van de nakomelingschappen. Zij moeten dus óf overjarig zijn óf d.m.v. een speciale behandeling overjarig gemaakt kunnen worden.