Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Onzuiverheid

betekenis & definitie

1. (veet.) Met o. kan men fok-o. bedoelen, welke veel teleurstelling in de fokkerij ten gevolge kan hebben (z.

Fokonzuiver). Bij zwartbont vee spreekt men verder van o. in het haar als er grijze haren voorkomen tussen de zwarte.2. In de plantenveredeling is het begrip o. vervangen door rasonzuiverheid.
3. (zaadcontrole) Bij het zuiverheidsonderzoek van zaaizaad is het gebruikelijk het betreffende monster zaad uiteen te leggen in 3 gedeelten, nl. zuiver zaad, onschadelijke o. en schadelijke o. Tot onschadelijke o. worden daarbij gerekend:

(1) alle soortechte zaden, die zodanig beschadigd zijn, dat zij niet meer tot zuiver zaad kunnen worden gerekend;

(2) zaden van andere soorten of van cultuurplanten, waarvan de opslag geen bijzondere last kan veroorzaken;

(3) zaad- en vruchtresten, bloemhoofdjes, strootjes, kafjes, ongevulde grasbloemen, aardbestanddelen, stukjes van insecten en onkruidzaden, dode insecten enz.;

(4) zaden welke parasieten bevatten, die niet van zeer schadelijke natuur zijn, zoals Oligotrophus in zaden van vossestaart, sclerotiën in Agrostis-zaden.

Tot schadelijke o. worden gebracht:

(1) zaden van onkruidplanten;

(2) zaden van gewassen, waarvan de opslag bijzondere last kan veroorzaken, zoals dravik, smele, koolzaden enz.;

(3) overbrengers van plantenziekten, zoals sclerotiën (met uitzondering van die in Agrostis), brandkorrels enz.;

(4) levende insecten, larven of insecteneieren (met uitzondering van de larven van Oligolophus).

< >