is een ziekte van de aardappelknol, die gekenmerkt is door afgestorven geelachtig verkleurde phloëemstrengen. Ze doet zich voor in de vorm van een fijne adering in de omgeving van de vaatbundelring, vooral aan het naveleinde.
Oorzaak is vaak onbekend. Vast staat, dat enkele Am. aardappelrassen na primaire infectie met het bladrolvirus in de knol met phloëemnecrose (= n.) reageren.