Besmettelijke ziekte bij konijnen, die door een virus wordt veroorzaakt. De ziekte is tot nu toe bij wilde en tamme konijnen waargenomen en niet bij andere knaagdieren. de verspreiding van de ziekte geschiedt door contact van de dieren onderling en door overbrenging door vliegen.
Dit laatste is er de oorzaak van, dat de ziekte vooral in de maanden, dat er veel vliegen zijn, voorkomt. De meest kenmerkende ziekteverschijnselen zijn ontstoken en sterk gezwollen oogleden en een dikke snuit. In een later stadium treedt excitatie op ten gevolge van een aantasting van het zenuwstelsel. De dieren rennen en schreeuwen en, wanneer niet tijdig wordt ingegrepen, sterven ze een verschrikkelijke dood.In Austr. zijn ca 20 jaar geleden proeven genomen met dit virus, om de daar heersende konijnenplaag te bestrijden. Deze bestrijdingswijze heeft men in Frankr. op kleine schaal nagebootst. Eind 1952 zijn de eerste gevallen van konijnen-m. in de omgeving van Parijs gesignaleerd. Sindsdien heeft de ziekte zich met grote snelheid over Eur. verspreid.