is een afzetting van koolzure kalk vlak onder de zodelaag in een laag, nat weiland. Het komt betrekkelijk weinig voor.
Ook is het aangetroffen in laat-glaciale venen.Nabij Susteren (Limb.) komt m. voor over een oppervlakte van 80 ha. De laag is daar maximaal 1,5 m dik. Veel kalk is daar reeds geëxploiteerd. Er boven ligt moerasveen.