Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Melkpoeder

betekenis & definitie

wordt verkregen door volle, gedeeltelijk of geheel afgeroomde melk te drogen tot ze niet meer dan 3 à 4% vocht bevat. Het eerste octrooi op de bereiding van dit product is in 1853 in Am. aangevraagd.

De bereiding ervan kreeg pas in de eerste grote wereldoorlog betekenis, toen er door de strijdende legers veel naar gevraagd werd. Thans is de bereiding van m. een zeer belangrijk onderdeel van de zuivelindustrie, ook in Ned.Er bestaan tweeërlei bereidingswijzen. De oudste is die, waarbij de melk gedroogd wordt op holle, stalen walsen, die inwendig verhit worden met stoom van 5-8 at (temp. 158 -175°C). Twee walsen liggen bijna tegen elkaar. Hier tussendoor wordt de reeds voorverwarmde melk geleid, die er heftig staat te koken. De walsen draaien langzaam in aan elkaar tegengestelde richtingen. Ze nemen een zeer dun laagje melk mee (dikte 0,1 mm of minder). Dit dunne laagje wordt op de hete wals snel gedroogd; het wordt er door messen, die met de scherpe kant in de lengterichting tegen de walsen gespannen zijn, als een vliesje, dat ca 0,01 mm dik is, afgeschraapt, opgevangen in een goot met transportschroef en dan in een poedermolen fijngewreven.

De tweede methode bestaat hierin, dat de melk, na in een vacuumketel eerst tot ca 1/3 van het oorspronkelijke volume te zijn ingedampt op een of andere wijze tot een fijne nevel verstoven wordt. Dit geschiedt in een verdampingsruimte waar hete lucht van ca 140°C ingeblazen wordt. De fijne druppeltjes worden hier snel gedroogd zonder dat de melk een hoge temp. krijgt. Het poeder valt deels op de bodem en wordt daar dadelijk verzameld en naar buiten gevoerd of ze wordt met de luchtstroom meegenomen en daaruit verwijderd m.b.v. filterdoeken of d.m.v. cyclonen afgescheiden. Het poeder bereid volgens de eerstgenoemde methode noemt men walsenpoeder, het andere verstuivingspoeder.

Verstuivingspoeder (KRAUSE-poeder, spraypoeder) uit ondermelk wordt voorn. voor menselijke consumptie gebruikt, doch bij overvloed ook in mengvoeders voor varkens, kalveren, pluimvee en in de winter op de boerderij wel weer opgelost in water (1 kg ondermelkpoeder + 9 1 water = 10 l ondermelk) voor jongvee en varkens. De kleur moet wit zijn, bruinkleuring wijst op te hoge verhitting, waardoor verteerbaarheid van het eiwit achteruit is gegaan. De voedingswaarde van KRAUSE-poeder is bijna gelijk aan de corresponderende hoeveelheid ondermelk. Men kan de oplossingen steeds vers bereiden en verstrekken, zodat bederf tijdens warme maanden niet is te vrezen zoals met ondermelk van de fabriek. In eiwitrijk kalvermeel kan men 10 12% KRAUSE-poeder opnemen. In eiwitrijke mengvoeders voor varkens kan men alle, doch met meer resultaat de helft van het dierlijk eiwit uit ondermelkpoeder doen bestaan.

In het volledige rantsoen voor kuikens is in de eerste 4 weken 2,5-5% ondermelkpoeder op te nemen, naderhand 1,25 2,5%. Stieren en hengsten geeft men 0,6 kg KRAUSE-poeder p.d.p.d., omdat men meent, dat dit de kwaliteit van het zaad gunstig beïnvloedt. Voor melkkoeien is het alleen te gebruiken bij sterke overproductie van m. (in de pens veel melkzuurvorming uit melksuiker).

Op 1 Jan. 1953 waren in Ned. 154 zuivelfabrieken in het bezit van walseninstallaties voor het drogen van melk. Met al deze machines tezamen kan per uur 218 t melk worden gedroogd.

Op de genoemde datum telde Ned. 32 fabrieken, die beschikken over verstuivingsinstallaties; de capaciteit daarvan was 133 t melk per uur. In de loop van 1953 werden 14 nieuwe installaties in gebruik genomen, zodat er aan het einde van 1953 ten minste 46 fabrieken waren, die verstuivingspoeder maken, waardoor de uurcapaciteit kwam op 191 t per uur.

< >