Men onderscheidt ronde, en vlakke of buizenkoelers. De eerste worden tegenwoordig alleen in kleine bedrijven gebruikt.
Ze bestaan uit een cylindrisch, soms conisch gegolfd oppervlak van vertind koper. De melk wordt er bovenop gegoten en vloeit in een dunne laag over de golvingen naar beneden, in een opvangschotel. De golvingen hebben een spiraalvormig verloop; tegen de binnenkant is een ijzeren, goed aansluitende mantel aangebracht, zodat er een doorlopend kanaal ontstaat; door dit kanaal wordt van beneden naar boven koud water geleid.