fam. Laridae, zijn in Ned. door 27 soorten vertegenwoordigd, waarvan de kok-m., de zilver-m., de storm-m. en de mantel-m. van econ. betekenis kunnen zijn.
De mantel-m. heeft zwarte bovenvleugels, de zilver-m. en de storm-m. gelijken zeer veel op elkaar, de eerste is echter veel groter en heeft een zware gele snavel met een rode vlek. De kok-m. heeft een witte vleugelboog en in de zomer een bruine kop. Deze m. doen schade aan de inzaai van granen, in het bijzonder op het eiland Texel. Verder kunnen zij erg schadelijk zijn door het roven van eieren en jonge vogels. Deze soorten hebben geprofiteerd van de vogelbescherming, van de voedering door de mensen in de steden en van de vuilnisbelten, waardoor hun aantallen sterk toegenomen zijn en de vogelbeschermers grote moeilijkheden hebben met het inperken van hun aantallen. De schade aan de inzaai van granen is niet te verminderen door de meeuwenkolonies in te perken, omdat in de perioden van inzaai maar 3 à 4% der broedende m. nog in de omgeving van de koloniën zijn.
Het zijn voorn. de vreemde m., die de schade veroorzaken. De schade aan de graaninzaai is te verminderen door iets dieper te zaaien, door na de inzaai te eggen, door afschot ter plaatse en door vogelafweermiddelen.Tot de m. behoren ook het visdiefje en de zwarte stern, te herkennen aan hun zwaluwstaarten en slanke vleugels. Zij leven voorn. van insecten en vis, hetgeen hen wel door zoetwatervissers kwalijk wordt genomen. Deze schade is echter te verwaarlozen. Zij worden dan ook tot de beschermde vogels gerekend.