De in het licht gegroeide bladeren van een plant zijn dikker en bezitten vaak meer
agen palissadenparenchym, de cellen zijn vaak kleiner, het aantal huidmondjes per eenheid van bladoppervlak is groter en het net van bladnerven is dichter bij l. dan bij in de schaduw gegroeide bladeren. Bij hoge lichtintensiteit is de photosynthèse van l. groter dan van schaduwbladeren. Ook zijn de transpiratie en de osmotische druk van de cellen bij l. vaak hoger.