Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 18-11-2021

Leghorn

betekenis & definitie

Meest verspreid licht of legras. De L. is een hoen van Italiaans origine; vandaar naar Am. uitgevoerd en via Eng. naar (Ned. gekomen.

De L. worden in diverse keurslagen gefokt. Als bedrijfsras worden in Ned. alleen gehouden de Witte, de Patrijs en de Exchequer Leghorn.De Witte L. is het meest voorkomend Deurslag. Vóór de 2e wereldoorlog bestond de Ned. hoenderstapel voor ca 85 % uit Witte L.; thans nog voor 20%. De vitaliteit is achteruitgegaan, waarschijnlijk door de zeer hoge opvoering van de productie. de Patrijs L. komt in Ned. weinig voor. De dieren zijn later legrijp dan de Witte L., de eieren zijn kleiner en de winterproductie is wat lager.

Patrijs Leghorn-hanen worden vaak gebruikt voor paring met Rhode Island Red- en Witte Leghornhennen, ter verkrijging van F1-gebruikskruisingen (z. Heterosis i.

De Exchequer L., ook wel zwart-bonte L. genoemd, is ontstaan uit de Witte L., waarschijnlijk door inbrenging van Anconabloed. De Exchequer heeft in de na-oorlogse jaren enige opgang gemaakt. Dit houdt verband met de grote vitaliteit, terwijl ook de eierproductie goed is. Exchequerhanen zijn zeer gezocht voor paring met Witte Leghorn-hennen en ook hennen van andere rassen. Ze leveren beste F1-gebruikskruisingen.

In België is de hoenderstapel naar raming ongeveer als volgt samengesteld: 30% Witte L., 20% R.l.R. en 50% van de overige, ook in Ned. gefokte rassen, maar vooral bastaarden en, sinds 1953, in stijgende lijn dubbele hybriden als de Hy-line.

< >