(1) Bij de beschrijving van een blad: zacht en dun; de meeste bladeren zijn kruidachtig; er zijn echter ook leerachtige, vliezige, enz.
(2) Bij een beschrijving van een plant als geheel: niet houtachtig, daardoor meestal m.o.m. sappig en groen. Hiermede is niet gezegd, dat kruidachtige planten geen houtweefsels vormen, een massief houtlichaam is echter nooit aanwezig.