is een lichte bedekking van stro of riet, waarmede een tijdelijke voorziening tegen golfaantasting wordt beoogd. Ook wordt k. wel gebruikt om verstuiving tegen te gaan.
Het spreidsel bestaat uit een 1 ½ cm dikke laag tarwe- of roggestro, soms gedekt met bladriet. Het stro ligt evenwijdig aan het beloop, de pluimen boven (behalve de bovenste rij). Het wordt vastgezet door een bebeugeling van regels op 0,10 m afstand. De regels bestaan uit wissen rogge- of tarweglui, die met de kramspacle om de 0,10 m in de grond worden gewrongen.