Bij de kadastrale opmetingen wordt meestal uitgegaan van vaste punten. Indien geen deugdelijke merken, zoals b.v. hoeken van huizen aanwezig zijn, plaatst men een k.
Op ongeveer 1 m diepte wordt een tegel, voorzien van een gat, ingegraven. Het midden van dit gat is het vaste punt. Men plaatst daarboven een betonnen verklikker, waarvan de vierkante kop boven de grond uitsteekt. De kop is voorzien van de letters KAD.In een van de zijden van de steen is een halfcylindervormige holte uitgespaard, waarin een jalon kan worden geplaatst.
De as van de cylinderholte loopt verticaal door het vaste punt.