is een lage, platte driewielige kar, vóór hoger dan achter. Van de achterzijde zit een hek, dat voor het laden neergeklapt wordt en dan over de grond sleept, waardoor laadvlak en hek één doorlopend geheel vormen. 2, soms 3 hooioppers worden er achtereenvolgens opgesleept door er een trektouw omheen te slaan.
Het paard trekt daarna de oppers op de h. Het hekje wordt vervolgens omhooggeklapt en de vracht naar huis gereden.