is een transportwerktuig voor hooi. Ten h. heeft een ventilator, waarop transportbuizen worden aangesloten.
Een motor van 5-8 pk zorgt voor de aandrijving van de ventilator. Het hooi wordt met de vork van de wagen op de schuinliggende toevoergoot geworpen en vandaar door een ronddraaiende waaier aangezogen in de centrale zijdelingse opening van het ventilatorhuis. Het hooi passeert het ventilatorhuis en wordt vandaar in de transportbuis geblazen. Door de luchtdruk wordt het verder naar de uitlaat geperst. Deze uitlaat is meestal verstelbaar, zodat het hooi over de tasruimte kan worden verspreid.Er zijn ook h.s, waarbij het hooi niet door het ventilatorhuis gaar. Daarbij zit de ventilator voor de toevoergoot. Het te transporteren product wordt direct in de transportbuis geblazen door de sterke luchtstroom, opgewekt door de ventilator. Met dit laatste type h. kunnen ook schoven worden getransporteerd.
De transportbuis bestaat uit een aantal losse, rechte stukken van ca 2 m, waartussen ellebogen worden gezet wanneer van richting moet worden veranderd. In lage schuren en ruimten met veel balken is een h. geschikt, omdat daarin geen plaats is voor andere transportmiddelen.