Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Hoeilaart-Overijse

betekenis & definitie

is een belangrijk druiventeeltcentrum in Belgisch Brabant, gelegen in de grote Z.O. bocht van het Zoniënbos. FELIX SOHIE, die in 1860 zijn einddiploma had gehaald aan de tuinbouwschool te Vilvoorde, bouwde in 1865 zijn eerste muurserre op ‘Den Berg’ te Hoeilaart.

In 1866 had hij met zijn twee broers reeds 11 kassen gebouwd en voor het vervroegen van de teelt een verwarmingsstelsel uitgedacht met lopend vuur.Van 1872 tot 1874 bouwden de SOHIE’S 72 kassen, in 1880 nog 24 en van 1882 tot 1895 richtten zij er op Welriekende 124 op. In 1879 begonnen zij met de bouw van dubbele kassen, die niet op het Z. behoefden te zijn gericht en zich beter dan de muurserre, tot do verwarming met lopend vuur leenden. De afmetingen van toen, 74 m bij 14,5 m, zijn in de moderne kassen herleid tot 20 m bij 8 m. Van het glazen dorp Hoeilaart, waarvan praktisch de totale bouwruimte door druivenkassen is ingenomen, heeft de teelt zich verder uitgebreid naar Overijse, Ottenburg, Huldenberg, Duisburg, Vosscm en verder in de richting van Leuven.

Volgens de laatste statistieken bedraagt het aantal kassen in deze streek 33.400. In de aanvang teelde men alleen Frankenthaler en Chasselas de Fontainebleau, sinds 1890 ook Gros Colman, die op Frankenthal werd geënt. In 1891 werd de cultuur geteisterd door een hagelrarnp waarbij 160.000 ruiten werden stukgeslagen. Ten gevolge van de zware belasting van 1,50 fr per kg, door de Franse minister MEUN F. bij de invoer geheven, werd de uitvoer, dank zij het initiatief van ERNEST SOHIE, de zoon van FELIX, op Eng. georiënteerd.

Van 415 t in 1905 was het exportcijfer in 1929 lot 3.094 t gestegen, maar in 1938 tot 1.868 t gedaald. In 1948 bedroeg de totale export nog 1.799 t, maar daalde geleidelijk tot 331 t in 1953, vooral wegens geringere afname door Eng. de consumptie in het binnenland bedraagt gemiddeld 7.500 t, zodat de productie aanzienlijk blijft. Met het oog op de vorming van jonge druivenkwekers richtte de provincie Brabant in 1913 te Ter Hulpen een beroepsschool op voor druiven- en fruitboomteelt. Het experimenteel onderzoek is er vooral gericht op het kweken van nieuwe var. Thans teelt men in de eerste plaats Gros Colman en Royal, in mindere mate Frankenthal, Muscat d'Alexandrie en, als jongere aanwinst, Leopold III.

< >