Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Hauw

betekenis & definitie

is de meer dan dubbel zo lange als brede vrucht der Cruciferen, een uit twee vruchtbladen opgebouwde, tweekleppige vrucht, van onder naar boven openspringend, waarbij de zaden aan een vliezig tussenschot hangen, b.v. mosterd, muurbloem. Geleed noemt men de hauw indien deze diepe insnoeiingen vertoont en bij rijpheid in stukjes uiteenvalt, b.v. knopherik.

< >