1. (dierk.) Speciaal bij het paard treffen we links en rechts aan de achterzijde van het pijpbeen de resten aan van het 2e en 4e middenhand- of middenvoetbeen. HCL zijn twee dunne, griffel vormige beentjes, die naar boven nog deel uitmaken van de hand- respectievelijk de voetwortel en naar onderen eindigen in een klein knopje.
Zij hebben ongeveer de lengte van het drievierde deel van het pijpbeen (z. Geraamte).2. (fruitt.) G. is het benen uiteinde van een oculeermes, waarmede de bast van de oculatiowonde wordt opgelicht bij het inschuiven van het oog.