voeren de gier uit de stallen naar de gierkelder. Ze verbinden de gierkolken onderling en worden op de gierkelder aangesloten.
De leidingen bestaan uit gresbuizen. Deze worden met enige helling gelegd. Er dienen maatregelen te worden genomen, dat geen verzakking kan plaatshebben. De kragen van de buizen worden met sterke cementmortel of met bitumenpasta waterdicht aangestreken.