Machine voor het maaien, van gras-, sport- en vliegvelden, meestal uitgerust met messenkooi of messeneylinder. Voor grof en hoog gras wordt gebruik gemaakt van een machine met messenbalk.
De laatste tijd komt ook de cirkelmaaimachine in gebruik, waarbij het gras in een horizontaal vlak met ronddraaiende messen wordt afgesneden. Deze kan ook hoog gras verwerken. De messenkooi of -cylinder bestaat uit 4-11 messen, meestal echter 5, die schroefvormig zijn en tot een open messeneylinder zijn samengebouwd. Het aantal messen is groter, naarmate korter, dus veelvuldiger gesneden wordt. De cylinderdiameter is 12-25 cm. Bij de handmachine is de werkbreedte 0,25-0,60 m en kan per uur 7 à 10 are worden gemaaid. Bij motormaaiers met 1, 3, 5, 7, soms 9 of 11 machines achter 1 trekker, bedraagt de werkbreedte 0,70 à 0,75 m per machine en kan per machine 0,25 à 0,5 ha per uur worden gemaaid. Met 5 machines achter 1 trekker is dit dus max. 2,5 ha uur.