is een overblijfsel of afdruk van een levend wezen in een in vroegere tijden gevormd gesteente. Slechts de harde delen van een organisme zijn meestal bewaard gebleven, zodat vondsten als die van de prachtig bewaard gebleven mammoeten in Siberië tot de hoge uitzonderingen behoren.
Meermalen is zelfs ook de oorspronkelijke harde stof verdwenen of vervangen door andere stof. Bovendien zijn door de erosie zeer dikke gesteente-pakketten verdwenen, zodat de kennis van het leven in vroegere tijden zeer gebrekkig is. Toch zijn meer dan 100.000 planten- en diersoorten fossiel bekend. Door de bestudering van de f. is men tot het inzicht gekomen, dat een geleidelijke ontwikkeling van de organismen heeft plaatsgevonden. Hierdoor is een relatieve ouderdomsbepaling van een gesteente mogelijk. Voor de geologie zijn gidsfossielen van veel belang. Dit zijn f. van planten of dieren die, geol. beschouwd, slechts kort geleefd hebben en tevens een grote verspreiding gehad hebben. De laatste tijd besteedt men veel aandacht aan de, met het blote oog nauwelijks of geheel niet waar te nemen, micro-fossielen.