Voorgeschreven wijze van gebruik van de grond. Vooral toen het drieslagstelsel ten tijde van KAREL DE GROTE ingang had gevonden, was er in vele streken een nijpend tekort aan stalmest, dat slechts kon worden opgeheven, indien meer vee kon worden gehouden, wat op zijn beurt slechts weer mogelijk was, indien er over meer voeder kon worden beschikt.
Daarom werden in de herfst de stoppelvelden van de granen tot gemeenschappelijke weiden voor het vee van de dorpsgenoten verklaard. Ook na de winter werden de akkers nog vaak gemeenschappelijk beweid, zodat pas laat in het voorjaar met ploegen en zaaien kon worden begonnen. Dit gemeenschappelijk gebruik van de velden bracht mede, dat de dorpsgemeenschap bepaalde, wanneer de oogsten van het land moesten zijn en wanneer er weer gezaaid mocht worden. Individueel was men dus niet vrij in het gebruik van de grond. De F. heeft eeuwenlang in sommige streken alle cultuurverbeteringen tegen gehouden.