Een tijdvak met belangrijk minder neerslag en een belangrijk geringer aantal regendagen dan normaal. In hoeverre een d. als schadelijk voor land- en tuinb. moet worden beoordeeld, hangt behalve van de duur (korte perioden zijn in vele: gevallen zelfs gunstig) mede af van het gedrag van andere meteorologische factoren.
Een duidelijk voorbeeld geeft de vergelijking van de zomers van 1947 en 1949. Zomer 1947 wordt veelal als een zeer droge zomer beschouwd. De totale hoeveelheid neerslag (gem. over Ned.) bedroeg 154 mm (normaal 204 . Zomer 1949 telde slechts 118 mm neerslag maar gold niet als bijzonder droog. De zomer van 1947 ontleende zijn bijzonder droog karakter aan het belangrijk grotere aantal zonne-uren en aan de vaak hoge temp. (meer trop. dagen dan normaal). Gemiddeld over de 3 zomermaanden was de temp. in 1949 vrijwel normaal, het aantal zonne-uren iets boven normaal.