De zemelen van de rijst. Deze ontstaan bij het pellen of stampen van de gabah en bestaan uit de kafjes en het zilvervlies.
Pelt of stampt men in 2 phasen nl. eerst verwijdering van de kafjes en daarna het zilvervlies, dan krijgt men eerst de d. kasar (grove zemelen), die een geringe voedingswaarde bezitten; de tweede phase levert dan de d. aloes (fijne zemelen), die in hoofdzaak uil het zilvervlies beslaat en een grote voedingswaarde heeft (vitamine B1). De d. wordt vaak gekookt met ander voer gegeven aan runderen, varkens en pluimvee.Bij koffie bestaat de d. uit de in de huiler losgemaakte hoornschil en het zilvervlies.