Deze door het Rijk gesubsidieerde cursus, die een algemene bosbouwkundige en cultuurtechnische opleiding geeft, voorziet in de opleiding van deskundig personeel en bestaat uit 2 afdelingen t.w. de Afdeling A voor het vormen van werkbazen, bosbazen en boswachters, enz. en de Afdeling B voor opleiding van opzichters enz.
De toelatingseisen zijn:
Voor afdeling A:
1. Voldoende kennis van de vakken der lagere school.
2. Enige kennis van de praktijk van land- en bosb.
3. Theoretische kennis van de landb., zoveel mogelijk overeenkomende met die, welke op een algemene landbouwcursus wordt verkregen.
4. Minimum leeftijd 19, maximum leeftijd 25 j.
Voor afdeling B:
1. Voldoende algemene kennis, ongeveer overeenkomende met 3 jaar H.B.S.
2. Enige kennis van de praktijk van land- en bosb.
3. Theoretische kennis van de landb., zoveel mogelijk overeenkomende met die, welke op een landbouwwinterschool wordt verkregen.
4. Minimum leeftijd 19, maximum leeftijd 25 jaar.
Aan beide afdelingen duurt het onderwijs 2 jaar. Na de aanvang van de cursus worden de leerlingen ca 3- jaar te werk gesteld op werken, in beheer bij de Ned. Heide Mij of het Staatsbosbeheer. Van Oct. tot Mrt volgt dan theoretisch onderwijs te Arnhem. Vervolgens zijn de leerlingen weder in de praktijk werkzaam, waarna van Oct. tot Mrt weer theoretisch onderwijs wordt gegeven.