Overheidsvergunning tot het aanleggen en exploiteren van werken voor algemeen nut. De c. is doorgaans tweezijdig en bevat zowel de vergunning voor dit doel gebruik te maken van openbare eigendommen, alsook bepalingen van openbare orde, betreffende de diensten, die de houder der c. (de concessionaris) aan het publiek moet bewijzen.
Derden worden door dergelijke c. niet rechtstreeks getroffen; maar bij Rijksconcessies kan het feit, dat het openbare nut van het desbetreffende werk door de Kroon is erkend, wel tengevolge hebben, dat men het aanleggen en instandhouden van de desbetreffende werken (leidingen b.v.), op, over of onder zijn grond moet dulden (krachtens de Belemmeringenwet Privaatrecht).