Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 21-01-2021

Cider

betekenis & definitie

De naam van c. wordt gewoonlijk gegeven aan appelwijn zoals men deze fabriceert in Normandië en Bretagne, zonder toevoeging van suiker vóór en gisting.

Het is dan een licht alcoholische en tamelijk zure drank. Hij wordt er meestal rechtstreeks van het vat gedronken. In België en Ned. voegt men gewoonlijk suiker toe, om het alcoholgehalte te verhogen en deze appelwijn wordt ook c. genoemd. Voor de bereiding van c. neemt men boomrijpe appels; liefst een mengeling van variëteiten. Deze worden gemalen en geperst.

De sappen laat men een paar maanden gisten in goed zuiver gemaakte houten vaten, waarop een gistbom wordt geplaatst om het koolzuurgas te laten ontsnappen en toch geen lucht te laten toetreden. Intussen wordt hij een of tweemaal overgetapt om het bezinksel te verwijderen. Zodra hij klaar is wordt de wijn in flessen gebotteld en in een koele kelder bewaard tot het gebruik.

C. of appelwijn wordt soms schuimend gemaakt. Deze bewerking noemt men champagniseren. Behalve in Frankr. wordt er veel c. gemaakt in Zwitserl. en Duitsl. Ook in België en Ned. zijn er een paar fabrieken (z. Vruchtenwijn).

< >