noemt men in de bosb. de eigendomsgrenzen van een bosgebied. Men onderscheidt buitengrenzen en enclavegrenzen.
Beide dienen met het oog op een goede bewaking van het 'areaal duidelijk te worden afgebakend door houten, stenen of ijzeren palen, dan wel door een grensgreppel, of een grens weg z. Afbakenen).