bostypenindeling van de hoogste rangorde, welke bij de moderne auteurs wordt gebaseerd op klimaat en physiognomic. Als voorbeeld diene de indeling van RÜBEL: Pflanzengesellschaften der Erde (1930), waarbij de b. of Lignosa worden onderverdeeld in:
Piuvilignosa - regenbossen (zeer vochtig, meest tropisch) ;
Hiemilignosa - regengroene bossen (warm, moessons) ;
Laurilignosa - laurierbossen (subtropisch, vochtig);
Durilignosa - hardloofbossen (subtropisch, droog);
Ericilignosa - heiden : koel, zeer vochtig);
Aesliligmsa - gematigde loofbossen koel, vochtig);
Aciculilignosa - naaldbossen (koel, continentaal).