(Indon.) = vrucht. Boeah in N.O.
Java mangga, nl. de vrucht in die streek. Boeah negri = Passiflora edulis SIMS., een overblijvende klimplant, afkomstig uit Z. Am.; Ned.: passievrucht, Sur.: kappoeweri markoesa. Boeah nonna = Annona reticulata L., een trop. vruchtsoort met veel zaden, omgeven door zoet vruchtvlees. Boeah soedoeh = Passiflora laurifolia L., een gele vrucht ter grootte van een ei, met veel zaden en weinig zoet vruchtvlees; heet in Sur.: para markoesa. Boeah tikoes = Passiflora foetida L., lijkt op de vorige, maar is zo groot als een knikker en meer zuur van smaak.
Groeit als onkruid en is een goede grondbedekker. Heet in Sur.: sneki markoesa.