is het optreden van bronstverschijnselen, gepaard gaande met geslachtsdrift bij varkens. Synoniemen zijn bronstig, ruizig en ritsig.
Berigheid duurt gewoonlijk 2 à 3 dagen en bereikt zijn hoogtepunt 12 tot 24 uur nadat de bronstverschijnselen voor het eerst waargenomen werden. Voor het toelaten tot de beer is dit moment het gunstigst. Na de geboorte van de biggen treedt na 3 à 4 weken de berigheid wederom op en herhaalt zich wanneer het dier niet drachtig is na 3 à 4 weken. Een b. zeug is onrustig, prikkelbaar, de blik is wild, ze knorren en lopen heen en weer, de eetlust vermindert. Slijmvlies en huid van de schaam zijn rood van kleur. Een varken is op een leeftijd van 4 à 5 maanden reeds bronstig. Deze onrust maakt, dat men er in sommige provincies toe overgaat om zeugen te castreren. Het is voor de ontwikkeling tot fokdier noodzakelijk dat men een zeug eerst op een leeftijd van 8 à 9 maanden tot de beer toelaat.