De a. wordt meestal gemaakt van de groene bladeren van de roembia en de nipapalm. De eerste soort a. is duurzamer dan de tweede.
De groene bladeren worden naast en gedeeltelijk over elkaar om een stok van 1 m lengte en 1 cm dikte gebogen en dan met een bamboe- of rottandraad vast geregen. Men heeft dus een stok, waaraan de omgevouwen bladeren hangen. Na enige tijd zijn de bladeren droog en bruin van kleur. De a. is dan geschikt voor dakbedekking. Ze worden dakpansgewijze op de daklatten gelegd en daaraan met een rottan- of bamboedraad vastgebonden. Deze dakbedekking is zeer licht en eist dus ook geen zware kapconstructie. Dit is de reden van de veelvuldige toepassing door de Indonesiërs als dakbedekking op de houten huizen.
Uit de aard der zaak is alap-dakbedekking niet zo duurzaam als pannen en gegolfd dakijzer, maar daar staat tegenover dat a. goedkoop is.
In de Congo wordt op dezelfde wijze materiaal voor dakbedekking vervaardigd met de bladeren van Raphia laurentii DE WILD. en andere Raphia-palmen.