spriet of voelspriet der insecten; een gepaard orgaan op de kop ingeplant, in het primitiefste geval draadvormig en uit een groot aantal cylindrische leden samengesteld, die met talrijke, microscopisch kleine zintuigorganen zijn bedekt. De vorm der a. is bij vele insecten sterk gewijzigd, door vermindering van het aantal leden en verkorting, en doordat de leden velerlei vervormingen te zien geven.
In extreme gevallen is de antenne door reductie geheel verdwenen, bv. bij de larven der hogere vliegen (Diptera).