(bodemk.) Proces, waarbij grond van heuvels langs hellingen met neerslagwater naar beneden wordt gevoerd, erosie door water. De a. is groter, naarmate meer water langs de oppervlakte verplaatst wordt en naarmate de helling steiler is.
Indien de ondergrond vast is of in bevroren toestand verkeert, kan de bovenlaag naar beneden schuiven. Indien veel water langs de oppervlakte moet afvloeien, ontstaan erosiegeulen. Het afspoelingsproces is in Ned. gering vergeleken bij vele andere landen. Op enkele plaatsen met steile onbegroeide hellingen treedt a. op. In de na-ijstijd zijn de door ijs opgestuwde heuvels sterk afgespoeld, hierdoor zijn de fluvio-glaciale zandgronden ontstaan. In de bodemk. onderscheidt men niveo-fluviale zandgronden, ontstaan door a.