fam. Malvaceae.
Dit geslacht levert in Indon.: 1. A. eetveldianus DE WILD. et TH. DUR., gamet, een tenger kruid, geteeld en in het wild voorkomend, waarvan de toppen en jonge bladeren als groente gegeten worden.
2. A. esculentus MOENCH, kopi arab of okra, een vruchtgroente (z.g. ‘lady’s fingers’) welke in Indon. weinig voorkomt Wordt jong geoogst. Plantverband ½ -1 m. De uit de/ bast gewonnen vezel (okra-vezel) dient ter vervanging van jute en als grondstof voor de papierfabricage.
3. A. manihot MEDIC, gedi. Heester met bladeren, welke uiterst veranderlijk zijn van vorm en afmetingen, groen of rood aangelopen, kaal of behaard. De bladeren vormen een goede groente.
4. A. moschatus MEDIC, gandapoera, een vezelplant, als zodanig van weinig waarde, doch van betekenis voor het zaad ( - muskuszaad, grains d’ambrette, Bisamkörner, Moschuskörner of musk seed), dat in Eur. in de handel is en ook in Indon. voor verschillende doeleinden gebruikt wordt.