Oude vorm van erfrecht, vóór 1809 in De Noordelijke delen van Ned. bestaande en zich voorn, hierdoor onderscheidend, dat het nagelaten goed, inzonderheid het onroerende goed, in zijn geheel op de naaste erfgenaam kwam. De naam hangt samen met de asega of azing, een functionaris die in de zeer oude rechtsbedeling een rol speelde.
Tegenstelling: schependomsrccht.