Lexicon Aardrijkskunde

Onbekende auteur (1983)

Gepubliceerd op 24-05-2021

Finland

betekenis & definitie

officiële naam Suomen Tasavalta, Republiken Finland

oppervlakte 337 032 km2

inwoners 4 811 000

hoofdstad Helsinki

staatsvorm republiek

staatshoofd Mauno Koivisto

reg. leider Kalevi Sorsa

officiële taal Fins; Zweeds

religies protestanten

munteenheid markka

BNP/hoofd US$ 9 720

lid van VN, UNESCO, UNCTAD, WHO, FAO, ILO, ECE, GATT, OESO,

IMF, Wereldbank

Landschap en klimaat

Finland ligt in het noorden van Europa en grenst in het oosten aan de Sovjetunie, in het westen aan Zweden en in het Noorden aan Noorwegen. Finland staat bekend als het land van de 1000 meren, een aantal dat in werkelijkheid echter ca. 60.000 bedraagt (met een oppervlakte van 31.557 km2). Het subpolaire klimaat met zijn warme zomers en strenge winters wordt verzacht door de invloed van de Golfstroom langs de Noorse kust, waardoor het enkele graden warmer is dan elders op dezelfde geografische breedte. De gemiddelde juli-temperatuur is 16o C (in het noorden -10°C). De neerslag loopt uiteen van 700 mm in het zuiden tot 400 mm in het noorden en bestaat voor 30 tot 40% uit sneeuw. Hoogste punt is de Haltiatunturi op de grens met Noorwegen die reikt tot 1324 m. Finland is voor 80% bedekt met bos, vnl. naaldbos, alleen in het zuiden komen loofbossen voor. In de oostelijke grensdistricten en Lapland komen wolven en beren voor, verder de lynx en de veelvraat. Op de toendra's grazen grote kudden rendieren; op de berghellingen leven lemmingen. Alle rivieren en meren zijn rijk aan vis: forel en baars, in Lapland zalm.

Sociale gegevens

De bevolking bestaat voor 93% uit Finnen, ruim 6% uit Zweden en enige duizenden Lappen. Het grootste deel van de bevolking leeft in Midden- en Zuid-Finland, waardoor in het noorden gebieden voorkomen waar de bevolkingsdichtheid nog geen 0,5 inw. per km2 bedraagt. Grootste steden zijn Helsinki (484.000 inw.),Tampere (166.200), Turku (163.500).

Sinds 1921 bestaat er een leerplicht, die inhoudt dat kinderen ten minste 8 jaar onderwijs moeten volgen. Het basisonderwijs is tweetalig, waardoor alle Finnen het Zweeds enigszins beheersen. Analfabetisme komt vrijwel niet meer voor. De Finse sociale voorzieningen zijn goed: er bestaan o.a. uitkeringen voor mensen ouder dan 65 jaar, en voor invaliden, verder zijn er verplichte aanvullende pensioenvoorzieningen. De staat subsidieert de gezondheidszorg d.m.v. een soort ziekenfondssysteem. De Lutherse Kerk is staatskerk, ondanks de officiële vrijheid van godsdienst.

De Finse kunst heeft zich vooral faam verworven op het gebied van architectuur en industriële vormgeving. Internationaal bekend werd bouwmeester en meubelontwerper Alvar Aalto (1898-1976). In het Fins geschreven literatuur en muziek kwamen pas in de 19e eeuw tot ontwikkeling; de beroemdste Finse componist is Jean Sibelius (1865-1957).

Economische gegevens

Finland heeft een overwegend agrarische economie; het bosbestand is de grootste natuurlijke rijkdom van het land. Gemiddeld zijn de boerenbedrijven 9 ha groot, maar daarnaast beschikken de boeren over zo'n 30 ha bos. Vrijwel alle bedrijven zijn gemengd: veeteelt, bosbouw, akkerbouw. De houtverwerkende industrie is in opkomst, maar de groei wordt belemmerd door gebrek aan grondstoffen. De mijnbouw levert kalksteen, koperen nikkel. Energie wordt voor een belangrijk deel geleverd door waterkrachtcentrales.

Finland beschikt voor binnenlands vervoer over ca. 75.000 km weg, en ca. 6000 km spoorwegen en ca. 7000 km waterwegen (vooral voor transport van boomstammen).

Geschiedenis

Over de Finse geschiedenis van voor de jaartelling is vrijwel niets bekend; de Romeinse geschiedschrijver Tacitus was de eerste die een volk in het noorden aanduidde met de naam Fenni. Het land was lange tijd een twistgebied tussen de rijken van Zweden en Rusland, totdat Finland in de loop van de 14e eeuw de status van provincie (Oostland) van Zweden kreeg. De achtereenvolgende Zweeds-Russische oorlogen hadden het land ca. 1700 vrijwel verwoest, waardoor na de vrede van Nystad (1721) een soort nationalisme ontstond en het land met Russische steun een zekere mate van zelfbestuur kreeg. Pogingen om Finland te russificeren mislukten en van de verwarring van de Russische Revolutie maakten de Finnen gebruik om zich onafhankelijk te verklaren (6-12-1917). Twee jaar later werd de republiek uitgeroepen. In 1939 viel de Sovjetunie het land binnen wegens de Duitse dreiging: ondanks Finlands neutrale politiek had het met Duitsland diverse overeenkomsten gesloten. De oorlog met de Sovjetunie duurde tot 1944; nadat Finland de zijde der geallieerden had gekozen, werden de Duitsers in 1945 verdreven.

In 1956 werd Urho Kekkonen tot president gekozen, die 25 jaar lang een stempel zou drukken op de Finse politiek.