Lexicon Aardrijkskunde

Onbekende auteur (1983)

Gepubliceerd op 24-05-2021

Filipijnen

betekenis & definitie

officiële naam Republika ng Pilipinas

oppervlakte 300 000 km2

inwoners 48 400 000

hoofdstad Manila

staatsvorm republiek

staatshoofd Ferdinand Edralin Marcos

reg. leider Cesar Enrique Virata

officiële taal Pilipino; Engels; Spaans

religies rooms-katholieken, inheemse Filipijnse Kerken

munteenheid Filipijnse peso

BNP/hoofd US$ 720

lid van VN, UNESCO, UNCTAD, WHO, FAO, ILO, ESCAP, ASEAN,

GATT, IMF, WereIdbank, Colombo Plan

Landschap en klimaat

De Filipijnen vormen een uit ca. 7100 eilanden bestaande archipel in het westen van de Grote Oceaan. Van de eilanden hebben er.ca. 2800 een naam en zijn er zo'n 2000 bewoond, waarvan 400 permanent. De Filipijnen bestaan voor 65% uit gebergten en heuvelland, dat met tropisch regenwoud bedekt is. De archipel is minder dan een miljoen jaar geleden uit de Grote Oceaan omhoog gekomen; waar breuken in de aardkorst zijn ontstaan, bevinden zich dan ook zowel actieve als dode vulkanen. Karakteristiek is verder de zeer grote diepte van de zee: de Filipijnentrog is met bijna 11 km een der diepste onderzeese afgronden ter wereld. De noordoostpassaat brengt aan de oostzijde van de eilanden regen, verspreid over het hele jaar. Het westelijk deel heeft een moessonklimaat met een droge (oktober-mei) en een natte (juni-oktober) periode. De beruchte tyfoons treden op ten oosten van de Filipijnen wanneer de zuidoostmoesson plaatsmaakt voor de noordwest- of noordoostmoesson.

Sociale gegevens

De bevolking bestaat uit Jong-Maleiers (40%), Indonesiërs en Polynesiërs (30%), Oud-Maleiers en negrito's (10%), Chinezen (10%) en Indiërs, Europeanen en Arabieren (10%). In de hooglanden bevinden zich nog stammen met een eigen taal en godsdienst, maar deze vermengen zich steeds meer met de Filipino's in de kustgebieden. De bevolking is ongelijkmatig over de eilanden verspreid: zo woont op Luzon, dat éénderde van de totale oppervlakte beslaat, de helft van de bevolking. Het percentage van de stedelijke bevolking op de totale bevolking bedraagt 27; de belangrijkste steden zijn: Manila (1,6 miljoen inw.), Quezon City (1,1 miljoen), Davao (611.300). Van de bevolking van 15 jaar en ouder kan 87% lezen en schrijven; het lager onderwijs is gratis, het middelbaar onderwijs wordt gefinancierd door lagere overheden als provincie en gemeente, maar is voor meer dan de helft in handen voor particulieren, evenals de universiteiten. Voor de volksgezondheid was 1954 een belangrijk jaar; er werd een verplichte ziektekostenverzekering voor werknemers ingevoerd en de Community Development Planning Council (planbureau voor sociale en economische ontwikkeling) werd opgericht. Desondanks is het tekort aan ziekenhuizen en klinieken nog groot, vooral op het platteland.

Economische gegevens

De Filipijnen vormen een overwegend agrarisch land met rijst als voornaamste voedselgewas. Andere handelsgewassen zijn suikerriet, kokos- en oliepalmen, abaca (manilahennep), tabak, cacao en rubber. Belangrijkste exportprodukten zijn goud, koper, zink, steenkool en ijzererts.

De verbindingen tussen verschillende delen van het land leveren grote moeilijkheden op, doordat het uit zoveel eilanden bestaat. Veel eilanden zijn door hun reliëf en dichte bebossing weinig ontsloten. Het wegennet is het dichtst op de economisch belangrijkste eilanden, maar ook hier vnl. in de kuststreek. De communicatie tussen de eilanden wordt onderhouden d.m.v. veerdiensten, bruggen en het intensieve vliegverkeer (er zijn zo'n 100 binnenlandse vliegvelden). Belangrijkste luchtvaartmaatschappijen zijn Philippine Airlines, Air Manila en Filipinas Oriënt Airways.

Geschiedenis

De oorspronkelijke bevolking van de Filipijnen is waarschijnlijk afkomstig uit Zuidoost-Azië. Vanaf de 8e eeuw werden de eilanden bezocht door handelaren uit Sumatera, China en Java, waardoor een bevolking met zeer verschillende culturen ontstond. Begin 14e eeuw bereikte de islam vla India en Indonesië de Filipijnen. Fernao de Magalhaes was de eerste Europeaan die de archipel bezocht; de eerste permanente Spaanse nederzetting werd in 1565 op Cebu gesticht, waarna de archipel genoemd werd naar koning Filips II. De islamitische bevolking van de Filipijnen (door de Spanjaarden Moro genoemd naar de islamitische Moren in Spanje) strijdt tot de dag van vandaag voor zelfstandigheid. Na een korte oorlog tussen Spanje en de VS droeg Spanje bij het verdrag van Parijs (10-121898) het gebied over aan de VS (en ontving hiervoor $20 miljoen). In 1935 werd de Commonwealth of the Philippines uitgeroepen, als overgang naar de zelfstandigheid. Na van 1942 tot 1945 door Japan bezet te zijn geweest, volgde 4-7-1946 de onafhankelijkheid, maar de nauwe banden met de VS zijn blijven bestaan. Staatshoofd en regeringsleider is Ferdinand Marcos, die in 1965 via verkiezingen aan het bewind kwam, in 1969 herkozen werd en sinds het uitroepen van de noodtoestand in 1972 met vrijwel onbeperkte macht regeert. De noodtoestand werd in januari 1981 weer opgeheven.