Zeg ken jij de mosselman? Volgens een bestoft juweeltje uit de vaderlandse liederenschat woont de brave borst in Scheveningen. Flauwekul natuurlijk, want als de mosselman ergens thuishoort, dan is het wel in Yerseke. Daar staat hij als standbeeld aan de oever van de Oosterschelde en staart met bronzen ogen naar de talloze mosselkotters die met hun lading zilt zwart goud op weg zijn naar de mosselveiling van 'Yerse'.
In de enige mosselveiling ter wereld wordt jaarlijks zo'n 80 miljoen kilo mosselen verhandeld. De helft gaat de grens over, voornamelijk naar België en Frankrijk. De veiling is gesloten voor het publiek. Maar wie alles over het zeebanket wil weten moet koers zetten naar het Museum voor Schaal- en Schelpdieren, dat samenhokt met het Museum Yerseke en de VVV. Het laat aan de hand van foto's, gereedschappen, documenten en filmbeelden zien hoe de geschiedenis van Yerseke verweven is met de delicatessen uit zee. Amper een eeuw geleden was Yerseke nog een onbeduidend agrarisch dorpje met 800 inwoners. Dat veranderde in 1870, toen enkele adellijke heren besloten hun kapitaal in de kunstmatige oesterteelt te investeren. Onderzoek door Franse deskundigen bracht boven water dat de buitendijkse gebieden in de Oosterschelde bij Yerseke daarvoor het meest geschikt waren.
Het adellijke geld bleek niet in het water te zijn gesmeten. De oestercultuur bracht Yerseke tot bloei. Het werk op de oesterbanken en in de oesterputten - de natte pakhuizen waarin de opgeviste en schoongemaakte oesters bewaard worden - lokte duizenden arbeidskrachten naar Zuid-Beveland. Ook veel vrouwen en kinderen verdienden er onder vaak kommervolle omstandigheden droog brood in een natte bedrijfstak, waarin vette jaren werden afgewisseld door periodes met grote verliezen, als ijsgang, ziekten, stormen of uitvoerproblemen de oestercultuur zware klappen toebrachten.
In de loop van deze eeuw maakte de aristocratische oester plaats voor de heel wat volksere mossel. De parel van de gastronomie verdween overigens niet helemaal uit Yerseke. De fotogenieke oesterputten uit 1870 zijn nog steeds in gebruik en leveren per jaar tien miljoen oesters op. Rond de putten lijkt de tijd stil te hebben gestaan. Alles is nog precies zoals op het reusachtige dioramaschilderij dat een hele wand van het Museum Yerseke bedekt.
Het Museum voor Schaal- en Schelpdieren duikt ook in de geschiedenis van de kreeften- en kokkelvisserij en het Oosterscheldemilieu, waar het 'mosselzaad', dat in de Waddenzee is opgevist, wordt opgekweekt. In het museum rekenen ze maar al te graag af met het fabeltje dat mosselen alleen lekker zijn als de R in de maand is. Moderne koeltechnieken en koelwagens verlengden het seizoen. Verse mosselen zijn nu van juli tot eind april te koop. Gelukkig maar. Adres: Kerkplein 1.
TIP: In augustus viert Yerseke de Mosselfeesten, met veel folklore, vlootschouw, rondvaarten en natuurlijk gratis mosselen eten. De VVV Yerseke organiseert rondleidingen met onder andere een bezoek aan de oesterputten en mosselverwerkende bedrijven.