Het toppunt van Nederland

Aad Struijs (2002)

Gepubliceerd op 30-07-2018

Heerlen

betekenis & definitie

Honderd jaar lang bepaalden de steenkolenmijnen het landschap en de bedrijvigheid in Zuid-Limburg. Heerlen was het centrum van de kolenwinning in Nederland. In en rond de stad lagen de meeste van de elf mijnen die tussen 1890 en 1965 in Limburg in vol bedrijf waren.

Andere belangrijke kolencentra waren onder andere Kerkrade (waar de schacht Nulland aan de Dominale Mijnstraat het enige restant is) en Geleen, waar indertijd de grootste en modernste kolenmijn van Europa lag: de staatsmijn Maurits.

Aan die tijd herinnert in Heerlen alleen het schachtgebouw van de voormalige mijn Oranje Nassau I en de stalen schachtbok van schacht II. Zij deden 75 jaar lang dienst (van 1899 tot 1974). Het restant van de Oranje Nassau-mijn is een belangrijk monument van industriële archeologie en staat daarom in de Top 100. Bovendien kan het Oranje Nassau-monument aan de CBS-weg gezien worden als een eerbetoon aan de duizenden mijnwerkers ('kompels') die onder vaak moeilijke en gevaarlijke omstandigheden het 'zwarte goud' uit de Limburgse bodem wroetten. Op het hoogtepunt lag de Nederlandse kolenproductie rond de 10 miljoen ton per jaar. De vondst van grote aardgasreserves bij Slochteren* (Gr) in 1959, alsmede de lagere prijs van geïmporteerde steenkool en de gunstige olieprijs leidden in 1965 tot het besluit de Limburgse min dat op alle braakliggende terreinen in de stad voedsel moest worden verbouwd. Een ploegende boer die een terreintje in het hart van de stad in een akkertje wilde veranderen, stuitte op een deel van een Romeinse zuil.

Deze 'steen des aanstoots' was het begin van de opgraving van het enige compleet zichtbare Romeinse badhuis in Nederland. De thermen, zoals de Latijnse naam luidt, zijn rond 120 na Christus gebouwd. Drie eeuwen later raakte het badcomplex in onbruik. Over de fundamenten is in 1977 het Thermenmuseum gebouwd. Het neemt de bezoekers 2000 jaar mee terug in de tijd naar Coriovallum, zoals Heerlen toen heette. Net als in elke Romeinse stad namen de thermen in Coriovallum een centrale plaats in.

Het complex was méér dan een variant op onze tropische zwembaden, sauna's en fitnesscentra. De thermen waren ook het brandpunt van het sociale en culturele leven. De baders kwamen er eten, drinken, feestvieren, vergaderen, een dokter bezoeken, lezen, van kunst genieten, sport en spel bedrijven. Sommige thermen waren ook een dekmantel voor bordelen. Het Thermenmuseum gaat niet alleen in op de ontdekking en het ontstaan van het badcomplex. Bezoekers maken er ook kennis met het dagelijks leven in Coriovallum.

Het museum bezit unieke archeologische vondsten, waaronder de kruik van pottenbakker Lucius Ferenius. We kennen zijn naam omdat hij zijn werkstuk signeerde. Lucius had geen last van een minderwaardigheidscomplex, want hij zette zijn naam maar liefst drie keer op de kruik die hij vervaardigde voor zijn geliefde Amaka, een Germaanse vrouw. De kruik is uniek omdat een pottenbakker uit de Romeinse tijd nooit op zo'n manier persoonlijke gegevens voor de eeuwigheid vastlegde. Adres: Coriovallumstraat 9. De eerste kerstmarkt in Nederland plaats. Het evenement bestaat nog steeds.

Het Heerlense voorbeeld kreeg zoveel navolging, dat er nu al gesproken kan worden van een heuse kersttraditie. Die verbleekt natuurlijk bij de Duitse traditie, want daar vond al in 1434 de eerste Weihnachtsmarktitect Frits P.J. Peutz uit 1937 kreeg aanvankelijk niet de waardering die het verdiende. Had het die wel gekregen, dan was het gebouw in 1974 ongetwijfeld niet verminkt door een verbouwing. Zo bracht men getint glas aan en verdween de witte terranovamuur onder een bruine verflaag. Doodzonde! Waardering is er overigens nog wel gekomen. Internationale waardering zelfs. De wereldbond van architecten, de Union Internationale d'Architectur (UIP), plaatste het Glaspaleis op de lijst van de duizend belangrijkste 20ste-eeuwse gebouwen in de wereld paar meer.

Maar Heerlen is ongetwijfeld recordhouder. Voor het raadhuis, waarvan de bouw door de oorlog werd vertraagd, maakten architecten tussen 1936 en 1948 de meeste schetsontwerpen, namelijk honderd. Maar wat goed is komt langzaam. Dat blijkt ook uit het ontwerp van architect Peutz - inderdaad, de ontwerper van Het Glaspaleis in Heerlen. Elke zijde van het alom geprezen raadhuis is even verrassend. Het meest opvallende detail zijn de de grootste particuliere koetsenverzameling ter wereld. Het zijn er meer dan driehonderd. Adres: Zandweg 179. Informatie: 045 5412629.