Met uitzondering van de gegoede burgerij en de hogere standen liep vroeger bijna iedereen op klompen. Dus waren er ook veel klompenmakers Ze maakten allemaal hun eigen modellen in een bonte variatie van kleuren en versieringen.
Die grote verscheidenheid aan klompen is een waardevol deel van het cultuurhistorisch erfgoed van Nederland. Het Museum Gebroeders Wietzes geeft daar een goed overzicht van. Het grootste klompenmuseum van Europa is genoemd naar de twee laatste klompenmakers van Eelde, Eiso Wietzes (1916-1977) en zijn broer Egbert (1925-1988). Zij beoefenden niet alleen het stokoude ambacht, maar legden ook een verzameling van bijzondere klompen en gereedschappen aan. De collectie is internationaal, want niet alleen in Nederland worden wooden shoes gedragen. In het museum is de klompenmakerij van de gebroeders Wietzes nagebouwd. Adres: Wolfhorn 1a.
TIP: Er zijn ook klompenmusea in Noardburgum (Fr), Enter (O), Goor (O), Keijenborg (G) en Best (NB).
