Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

tafeldoek

betekenis & definitie

In versch. toep.: tafelkleed (ter bescherming en versiering); tafellaken (van linnen enz., ter bescherming tijdens het eten); vooral in de verkl.: servet.

Allerhande zaken om iets af te kanten (vandaar ook de benaming „kant”), grote en kleine tafeldoekjes enz., Vrouw en Wereld febr. 1975, p. 15.

Zij beseffen niet dat ze door te „spelen” met vorm en kleur een kleurig wandkleed, een tafeldoek of een prachtig bloemstuk kunnen tot stand brengen, Vrouw en Wereld sept. 1975, p. 11.

Ook o.a.: Gents Adv. 12/8/1976.