geestesbeweging, begonnen in Italië, ingeleid door Dante (1264–1321), Petrarca (1304–1374) en Boccacio (1313–1375), versterkt door byzantijnse geleerden (1453) en in de XVe en XVIe eeuw naar alle landen van Europa overgebracht, welke geestesbeweging zich de studie van klassieke manuscripten ten doel stelde, zowel om hun belang voor de leerstellingen der R.K. Kerk, hun intellectuele waarde en schone vorm, als om er een nieuw levensideaal uit te putten.
Bekende figuren der Renaissance zijn: Jan van Ravenna († 1405), Chrysoloras († 1413) en Paus Leo X († 1521). Voor zoover de Renaissance zich richt op zaken van voor den mens vormende en beschavende waarde (in tegenstelling met de „goddelijke studiën” der theologie), spreekt men van humanisme. (Zie aldaar).